Zes weken lang mocht ik op een geheime residentie in Sluis schrijven aan mijn nieuwe roman. Op de eerste dag vond ik al een klavertje vier.
Dat had niet beter kunnen uitkomen. Ik voelde me opgedroogd en was mijn zelfvertrouwen in mijn schrijven enigszins kwijt. Door daar te zijn, ging alles weer stromen. Het is heus maar waar.
Zie: Schrijvers in Sluis
Of bekijk een kleine visuele impressie plus het gedicht dat ik voor Sluis heb geschreven:
Zwinschrijfsel
Ik ben een schor, denk ik
Als ik mezelf wil metaforen
Of een Zwinneblomme
Maar dat is verwarrend
Deze lamsoor kun je niet eten
Ik ben te taai
Ik ben een struisvogel, weet ik
Met mijn kop in het zand
Staar ik uren in het niet
Het niet willen weten
Het niet weten hoe
Tot zonsondergang
Een tureluur word ik
Met al mijn gedraal en geëb
Met alle zorgen over geld
En de zin des leven
Maar hier kom ik tot rust
Ga ik broeden
Op een springtij aan gedachten
Ik wil een doornbes zijn in de duinen
Tegen de griep der machteloosheid
Tegen de storm der eenzaamheid
Tegen de verslibbing van de vaten en het hart
Van mezelf en mijn medemens
En hier in Sluis ontdekte ik
dat ik het Belfort ben
Alleen ik kan mijn toren beklimmen
Alleen ik kan mijn bellen laten klinken
Hier in Sluis vond ik mijn stem